Hoge Raad, 11-08-2017, ECLI:NL:HR:2017:1705, 15/05238
Hoge Raad, 11-08-2017, ECLI:NL:HR:2017:1705, 15/05238
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 augustus 2017
- Datum publicatie
- 11 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:1705
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:4296, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 15/05238
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
11 augustus 2017
nr. 15/05238
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] GmbH te [Z], Duitsland (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 6 oktober 2015, nr. 14/00194, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/3431) betreffende een aan belanghebbende uitgereikte uitnodiging tot betaling van douanerechten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.