Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2334, 17/00306
Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2334, 17/00306
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2017
- Datum publicatie
- 15 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2334
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:4036
- Zaaknummer
- 17/00306
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
15 september 2017
Nr. 17/00306
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 7 december 2016, nrs. BK‑16/00234, BK-16/00235 en BK-16/00236, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nrs. ROT 14/8703, ROT 14/875 en ROT 14/8706) betreffende de aan belanghebbende in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Na het verstrijken van de voor de motivering van het beroep in cassatie gestelde termijn heeft belanghebbende nog een geschrift ingediend. Op dit stuk slaat de Hoge Raad geen acht.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.