Home

Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2365, 17/02576

Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2365, 17/02576

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 september 2017
Datum publicatie
15 september 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2365
Formele relaties
Zaaknummer
17/02576
Relevante informatie
Wet op de accijns [Tekst geldig vanaf 01-04-2024 tot 01-01-2025] art. 2e, Wet op de accijns [Tekst geldig vanaf 01-04-2024 tot 01-01-2025] art. 51

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

15 september 2017

Nr. 17/02576

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 april 2017, nr. 15/00905, betreffende de aan belanghebbende over de periode 18 november 2010 tot 24 april 2013 opgelegde naheffingsaanslag in de accijns.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2017.