Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2370, 16/02716
Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2370, 16/02716
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2017
- Datum publicatie
- 15 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2370
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1474
- Zaaknummer
- 16/02716
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
15 september 2017
Nr. 16/02716
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 15 april 2016, nrs. 14/00552 en 14/00553, op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/1751 en 12/1752) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.