Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2371, 16/02717
Hoge Raad, 15-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2371, 16/02717
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 september 2017
- Datum publicatie
- 15 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2371
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1471
- Zaaknummer
- 16/02717
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
15 september 2017
Nr. 16/02717
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraken van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 15 april 2016, nrs. 14/00550 en 14/00551, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/4067 en 12/4068) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.