Hoge Raad, 22-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2425, 17/01040
Hoge Raad, 22-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2425, 17/01040
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 september 2017
- Datum publicatie
- 22 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2425
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:218
- Zaaknummer
- 17/01040
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
22 september 2017
Nr. 17/01040
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van V.O.F. [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 januari 2017, nr. 15/01523, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 12/2817) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in het binnenhavengeld van de gemeente Meppel.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.