Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:218, 15/01523

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19-01-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:218, 15/01523

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
19 januari 2017
Datum publicatie
23 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:218
Formele relaties
Zaaknummer
15/01523

Inhoudsindicatie

Keren van een binnenvaartschip is een belastbaar feit voor de Verordening binnenhavengeld van het jaar 2012 van de gemeente Meppel. Er zijn terecht leges in rekening gebracht.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

Nummer 15/01523

uitspraakdatum: 19 januari 2017

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

V.O.F. [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 3 november 2015, nummer LEE 12/2817, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Meppel (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 16 maart 2012 aan belanghebbende een als naheffingsaanslag binnenhavengeld aan te merken factuur uitgereikt van € 573,10 over de periode 18 februari 2012 tot 3 maart 2012.

1.2

Bij uitspraak op bezwaar van 6 november 2012 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 3 november 2015 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 november 2016 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende mr. [A] , bijgestaan door [B] . Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [C] , [D] , [E] en [F] , stagiaire.

1.7

Partijen hebben een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar van het containerschip ‘ [G] ’ (het schip), waarmee containers worden getransporteerd tussen [H] en [I] . In [I] meert het schip aan bij de terminal van [J] , een op- en overslagbedrijf dat zich bezighoudt met water- en wegtransport.

2.2

[J] is gelegen aan het [a-kanaal] , dat eigendom is van de provincie Drenthe. Rijkswaterstaat heeft het beheer en is belast met het onderhoud van het [a-kanaal] .

2.3

In de periode van 18 februari 2012 tot 3 maart 2012 heeft het schip 4 keer de terminal van [J] aangedaan. Nadat het schip had gelost en geladen, is het gekeerd en over het [a-kanaal] teruggevaren. Het keren heeft plaatsgevonden in de nabij [J] gelegen [a-haven] . Het keren houdt in dat het schip circa 50 meter de [a-haven] invaart, vervolgens met de achtersteven noordwaarts achteruit vaart en dan het [a-kanaal] zuidwaarts afvaart. De keerbeweging neemt ongeveer 5 minuten in beslag.

2.4

De [a-haven] is eigendom van de gemeente Meppel (hierna: de gemeente). De gemeente heeft het beheer en is belast met het onderhoud van de [a-haven] . De [a-haven] wordt gebruikt door schepen die voor de aan- en afvoer van bulkgoederen aanmeren bij de aldaar gevestigde bedrijven. De [a-haven] wordt mede gebruikt door binnenvaartschepen om in die haven te wachten en/of daar te keren om de haven veilig te kunnen verlaten. Dit voorkomt dat gevaarlijke situaties ontstaan door dubbel afmeren in het [a-kanaal] , een provinciaal water.

2.5

Tot de stukken van het geding behoort een overzicht “Baten en lasten binnenhavengelden 2012”. Dit overzicht is gebaseerd op de begroting binnenhavengelden 2012 en luidt - voor zover hier van belang - als volgt:

2012

kostensoort bedrag x € 1.000

opbrengst heffing: bedrag x € 1.000

kosten derden

€ 95

Beroepsvaart

€ 174

Kapitaallasten

€ 108

Pleziervaart

€ 98

kosten eigen organisatie (personeel)

€ 203

overige

€ 13

Totaal

€ 406

Totaal

€ 285

2.6

Tot de stukken van het geding behoort een overzicht met de titel “Specificaties kosten haven 2012”, waarin onder andere een specificatie is opgenomen van de bij 2.5 vermelde kostensoorten. De specificatie van de kosten eigen organisatie (personeel) luidt als volgt:

“uren Specificatie kosten eigen organisatie (personeel)

1437

Havenmeester á € 78

112.086,00

804

2e havenmeester á € 78

62.712,00

20

Onderhoud buitendienst á € 52

1.040,00

345

Onderhoud en regie vastgoed á € 78

26.910,00

61100 U

inzet uren

202.748,00

2.7

De heffingsambtenaar heeft diverse bijlagen overgelegd, waaronder een berekening uurloon/overhead 2012, de accountantsverklaring 2012, de Programmabegroting 2012 en de notitie “Kostentoerekening en kostendekkendheid” van de gemeente.

2.8

In zijn stuk van 27 januari 2015 van de heffingsambtenaar is het volgende overzicht van de jaaropbrengsten van de binnenhavengelden over de jaren 2009 tot en met 2013 opgenomen:

Begroting

Realisatie volgens jaarrekening

2009

€ 248.276

€ 288.370

2010

€ 259.950

€ 317.307

2011

€ 264.897

€ 334.525

2012

€ 284.950

€ 227.120

de raming 2012 is in PPN 2012-2015 (februari 2011) bijgesteld nav werkelijk bekend 2009 en prognose 2010

2013

€ 316.750

€ 356.452

de raming 2013 is in PPN 2013-2016 (februari 2012) bijgesteld nav werkelijk bekend 2010 en prognose 2011

2.9

De onder 2.7 vermelde berekening uurloon/overhead van het jaar 2012 is gebaseerd op een totaal bedrag aan begrote kosten voor de gemeente van € 18.700.385. Hiervan is een bedrag van € 17.495.939 aan de binnendienst toegerekend. Het aantal directe uren van de binnendienst is 223.439. Het uurtarief is berekend door de aan de binnendienst toe te rekenen kosten ad € 17.495.939 te delen door het aantal directe uren van 223.439. Het uurtarief van 2012 voor de binnendienst bedraagt € 78,30.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is de vraag of de naheffingsaanslag binnenhavengeld terecht aan belanghebbende is opgelegd.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend. Zij stelt daartoe dat een keerbeweging geen belastbaar feit is in de zin van de Verordening binnenhavengeld van de gemeente Meppel, dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden en dat sprake is van een willekeurige en onredelijke heffing. Ten slotte beroept zij zich op de overschrijding van de opbrengstlimiet van artikel 229b, eerste lid, van de Gemeentewet.

3.3

De heffingsambtenaar beantwoordt de vraag bevestigend. Hij betwist de standpunten van belanghebbende.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.5

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de heffingsambtenaar en van de naheffingsaanslag.

3.6

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing