Hoge Raad, 22-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2437, 17/02832
Hoge Raad, 22-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2437, 17/02832
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 september 2017
- Datum publicatie
- 22 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2437
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:1921
- Zaaknummer
- 17/02832
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
22 september 2017
Nr. 17/02832
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 4 mei 2017, nrs. 15/00984, 15/01374 en 15/01375, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2010 tot en met 2012 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 19 juni 2017, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na de dagtekening van deze brief te herstellen. Die termijn eindigde op 31 juli 2017.
Nu herstel van het verzuim niet tijdig heeft plaatsgevonden – de op 1 augustus 2017 bij de Hoge Raad ingekomen brief wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten –, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2017.