Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:250, 16/02460
Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:250, 16/02460
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 februari 2017
- Datum publicatie
- 17 februari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:250
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:2456
- Zaaknummer
- 16/02460
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
17 februari 2017
Nr. 16/02460
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 maart 2016, nr. 15/00040, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. AWB LEE 13/2817) betreffende een ten aanzien van belanghebbende genomen informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, lid 1, van de AWR.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.