Hoge Raad, 29-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2508, 17/01085
Hoge Raad, 29-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2508, 17/01085
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29 september 2017
- Datum publicatie
- 29 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2508
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:247
- Zaaknummer
- 17/01085
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
29 september 2017
Nr. 17/01085
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 januari 2017, nr. 14/01096, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 14/2640) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.