Hoge Raad, 29-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2512, 17/00229
Hoge Raad, 29-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2512, 17/00229
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29 september 2017
- Datum publicatie
- 29 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2512
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:3847
- Zaaknummer
- 17/00229
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
29 september 2017
Nr. 17/00229
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 30 november 2016, nrs. BK‑15/00661 tot en met BK-15/00672, betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1995 tot en met 2001 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, over de jaren 1996 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Het eerste geding in cassatie
Bij arresten van de Hoge Raad van 12 juni 2015, nr. 14/04049, ECLI:NL:HR:2015:1521, en nr. 14/04050, ECLI:NL:HR:2015:1549, zijn vernietigd de uitspraken van het Gerechtshof Amsterdam (nrs. 12/00983 en 12/00984 respectievelijk nrs. 12/00860 tot en met 12/00869), met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Den Haag (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
3 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.