Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:254, 16/05065
Hoge Raad, 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:254, 16/05065
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 februari 2017
- Datum publicatie
- 17 februari 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:254
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:3908
- Zaaknummer
- 16/05065
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
17 februari 2017
Nr. 16/05065
Arrest
gewezen op de door [A] te [Q] ingestelde beroepen in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 september 2016, nrs. 14/00944 en 14/00945, op het hoger beroep van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/7464 en AWB 12/7465) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2008 en 2009 opgelegde aanslagen in de vennootschapsbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De beroepen in cassatie zijn volgens de beroepschriften ingesteld namens [X] B.V. te [Z].
Bij aangetekende brief van 17 oktober 2016 heeft de griffier van de Hoge Raad de indiener van de beroepschriften in cassatie - onder andere - verzocht binnen zes weken na de dagtekening van die brief een bewijsstuk van de aan hem verstrekte volmacht tot het indienen van de beroepschriften in cassatie over te leggen, dan wel een verklaring van degene namens wie hij de beroepen in cassatie heeft ingesteld, dat deze daarmee instemt. De indiener van de beroepschriften in cassatie heeft van deze gelegenheid niet binnen de door de griffier gestelde termijn, die eindigde op 28 november 2016, gebruik gemaakt. De op 30 november 2016 bij de Hoge Raad ingekomen brief wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat de beroepen in cassatie onbevoegdelijk zijn ingesteld, en zal de Hoge Raad om die reden de beroepen in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de beroepen in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren L.F. van Kalmthout en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2017.