Hoge Raad, 06-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2554, 17/02088
Hoge Raad, 06-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2554, 17/02088
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 oktober 2017
- Datum publicatie
- 6 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2554
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:1063
- Zaaknummer
- 17/02088
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
6 oktober 2017
Nr. 17/02088
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 maart 2017, nrs. 15/01186 en 15/01187, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 15/237 en AWB 15/238) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2008 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen en in de premie ingevolge de Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.