Hoge Raad, 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2605, 17/03355
Hoge Raad, 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2605, 17/03355
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 oktober 2017
- Datum publicatie
- 13 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2605
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:2163
- Zaaknummer
- 17/03355
Inhoudsindicatie
HR: art. 80a RO.
Uitspraak
13 oktober 2017
nr. 17/03355
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 13 juni 2017, nr. 16/00479, betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2015 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groenveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2017.