Hoge Raad, 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2670, 17/01927
Hoge Raad, 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2670, 17/01927
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 oktober 2017
- Datum publicatie
- 20 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2670
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:1070
- Zaaknummer
- 17/01927
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 oktober 2017
Nr. 17/01927
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 17 maart 2017, nr. 16/03493, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/4909) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.