Hoge Raad, 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2673, 17/02134
Hoge Raad, 20-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2673, 17/02134
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 oktober 2017
- Datum publicatie
- 20 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2673
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:2265
- Zaaknummer
- 17/02134
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
20 oktober 2017
Nr. 17/02134
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 februari 2017, nr. 15/01481, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/8860) betreffende de aan belanghebbende over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.