Hoge Raad, 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2779, 17/01723
Hoge Raad, 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2779, 17/01723
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 oktober 2017
- Datum publicatie
- 27 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2779
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:881
- Zaaknummer
- 17/01723
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
27 oktober 2017
Nr. 17/01723
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 3 maart 2017, nr. 16/03352, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/4838) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.