Hoge Raad, 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2883, 17/02809
Hoge Raad, 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2883, 17/02809
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 november 2017
- Datum publicatie
- 17 november 2017
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2883
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:1933
- Zaaknummer
- 17/02809
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
17 november 2017
Nr. 17/02809
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 4 mei 2017, nrs. 16/03395 tot en met 16/003398, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 14/7164 tot en met BRE 14/7167) betreffende de door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan motorrijtuigenbelasting over het jaar 2014.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.