Hoge Raad, 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2987, 16/02704
Hoge Raad, 24-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2987, 16/02704
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 november 2017
- Datum publicatie
- 24 november 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:2987
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:1215
- Zaaknummer
- 16/02704
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
24 november 2017
Nr. 16/02704
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 20 april 2016, nr. BK-15/00812, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 15/1685) betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de erfbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.