Hoge Raad, 01-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3041, 16/02571
Hoge Raad, 01-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3041, 16/02571
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 december 2017
- Datum publicatie
- 1 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:3041
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:3038
- Zaaknummer
- 16/02571
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
1 december 2017
Nr. 16/02571
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 april 2016, nr. 15/00756, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/2852) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.