Hoge Raad, 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3100, 17/02448
Hoge Raad, 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3100, 17/02448
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 december 2017
- Datum publicatie
- 8 december 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:3100
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:1528
- Zaaknummer
- 17/02448
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
8 december 2017
Nr. 17/02448
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 april 2017, nrs. 16/00121 tot en met 16/00128, betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2004 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente alsmede de aan haar voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de IB/PVV, de daarbij gegeven boetebeschikking en beschikking inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2017.