Hoge Raad, 17-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:447, 16/05418
Hoge Raad, 17-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:447, 16/05418
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 maart 2017
- Datum publicatie
- 17 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:447
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:7819
- Zaaknummer
- 16/05418
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
17 maart 2017
Nr. 16/05418
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 september 2016, nr. 15/01382, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/8636) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan motorrijtuigenbelasting.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 14 december 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 16 januari 2017, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2017.