Home

Hoge Raad, 07-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:603, 16/04050

Hoge Raad, 07-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:603, 16/04050

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
7 april 2017
Datum publicatie
7 april 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:603
Formele relaties
Zaaknummer
16/04050

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

7 april 2017

Nr. 16/04050

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 juni 2016, nr. 15/00754, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/7125) betreffende de aan belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing