Home

Hoge Raad, 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:762, 16/04256

Hoge Raad, 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:762, 16/04256

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 april 2017
Datum publicatie
21 april 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:762
Formele relaties
Zaaknummer
16/04256
Relevante informatie
Wet op de loonbelasting 1964 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 13bis

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

21 april 2017

Nr. 16/04256

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 12 juli 2016, nr. 15/00837, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 15/367) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag loonheffing over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing