Hoge Raad, 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:921, 16/04388
Hoge Raad, 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:921, 16/04388
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 mei 2017
- Datum publicatie
- 19 mei 2017
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2017:921
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2016:5906
- Zaaknummer
- 16/04388
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
19 mei 2017
Nr. 16/04388
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 juli 2016, nr. 14/01041, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 12/5918) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Zowel de Staatssecretaris van Financiën als de Minister van Veiligheid en Justitie heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft twee conclusies van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.