Hoge Raad, 06-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1090, 17/03586
Hoge Raad, 06-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1090, 17/03586
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 juli 2018
- Datum publicatie
- 6 juli 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1090
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:5155
- Zaaknummer
- 17/03586
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
6 juli 2018
nr. 17/03586
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 juni 2017, nr. 16/00175, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (nr. UTR 15/3496) betreffende het door belanghebbende gedane verzoek om een veroordeling in de proceskosten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.