Hoge Raad, 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1369, 18/00351
Hoge Raad, 17-08-2018, ECLI:NL:HR:2018:1369, 18/00351
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 augustus 2018
- Datum publicatie
- 17 augustus 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1369
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:11197
- Zaaknummer
- 18/00351
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
17 augustus 2018
Nr. 18/00351
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 december 2017, nrs. 16/01342 tot en met 16/01344, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2010 tot en met 2012 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2018.