Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1626, 18/01765
Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1626, 18/01765
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1626
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:1399
- Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:RBZWB:2017:1655, Afwijzing
- Zaaknummer
- 18/01765
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 september 2018
Nr. 18/01765
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 maart 2018, nrs. 17/00278 en 17/00279, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 15/7278 en 15/7279) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven informatiebeschikkingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.