Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1629, 18/00954
Hoge Raad, 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1629, 18/00954
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 september 2018
- Datum publicatie
- 14 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1629
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2018:427
- Zaaknummer
- 18/00954
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 september 2018
Nr. 18/00954
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 februari 2018, nrs. 17/00107 en 17/00108, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank Noord-Holland van 20 februari 2017 (nrs. HAA 16/3915 en HAA 16/4703) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door J.R.R. Oevering, advocaat te Amsterdam.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.