Hoge Raad, 21-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1710, 18/01441
Hoge Raad, 21-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1710, 18/01441
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 september 2018
- Datum publicatie
- 21 september 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:1710
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:745
- Zaaknummer
- 18/01441
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
21 september 2018
Nr. 18/01441
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X1] en [X2] te [Z] tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 februari 2018, nr. 16/03956, betreffende de aan [X1] voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2018.