Hoge Raad, 09-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:173, 17/04945
Hoge Raad, 09-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:173, 17/04945
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 februari 2018
- Datum publicatie
- 9 februari 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:173
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:8427
- Zaaknummer
- 17/04945
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
9 februari 2018
Nr. 17/04945
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 september 2017, nrs. 16/01104 en 16/01105, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 15/6703 en AWB 15/6704) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.