Home

Hoge Raad, 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1867, 18/00439

Hoge Raad, 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1867, 18/00439

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 oktober 2018
Datum publicatie
5 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1867
Formele relaties
Zaaknummer
18/00439

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

5 oktober 2018

Nr. 18/00439

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 december 2017, nr. 14/01025, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 13/2195) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2007 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing