Home

Hoge Raad, 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1994, 18/01492

Hoge Raad, 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1994, 18/01492

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
19 oktober 2018
Datum publicatie
19 oktober 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1994
Formele relaties
Zaaknummer
18/01492

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

19 oktober 2018

Nr. 18/01492

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 15 maart 2018, nr. 16/03830, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/7738) betreffende de aan belanghebbende gerichte beschikking verkrijgingsprijs aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 4.36 Wet IB 2001.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing