Home

Hoge Raad, 09-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2069, 17/05886

Hoge Raad, 09-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2069, 17/05886

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 november 2018
Datum publicatie
9 november 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:2069
Formele relaties
Zaaknummer
17/05886

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

9 november 2018

Nr. 17/05886

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van fiscale eenheid [X] B.V. c.s. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 november 2017, nr. 17/00332, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. ARN 13/5063) betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2008 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boeteschikking.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing