Hoge Raad, 09-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2070, 17/05666
Hoge Raad, 09-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2070, 17/05666
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 november 2018
- Datum publicatie
- 9 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2070
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:4851
- Zaaknummer
- 17/05666
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
9 november 2018
Nr. 17/05666
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende), alsmede het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch van 10 november 2017, nr. 16/00153, op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de Samenwerking Belastingen Walcheren en Schouwen-Duiveland, alsmede het voorwaardelijk incidentele hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. BRE 15/1175) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de toeristenbelasting van de gemeente Veere.
1 Geding in cassatie
Zowel belanghebbende als het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Belanghebbende en het College hebben over en weer een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben conclusies van repliek en dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
Wat betreft het cassatieberoep van belanghebbende acht de Hoge Raad geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Wat betreft het cassatieberoep van het College zal het College worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.