Hoge Raad, 09-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2077, 18/01027
Hoge Raad, 09-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2077, 18/01027
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 november 2018
- Datum publicatie
- 9 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2077
- Formele relaties
- In sprongcassatie op: ECLI:NL:RBNHO:2018:519
- Zaaknummer
- 18/01027
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
9 november 2018
Nr. 18/01027
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 29 januari 2018, nr. HAA 16/168, betreffende een door belanghebbende voor het jaar 2013 op aangifte voldaan bedrag aan verhuurderheffing.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 17 augustus 2018, nr. 17/04317, ECLI:NL:HR:2018:1313).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.