Home

Hoge Raad, 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2120, 18/02006

Hoge Raad, 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2120, 18/02006

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 november 2018
Datum publicatie
16 november 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:2120
Formele relaties
Zaaknummer
18/02006

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

16 november 2018

Nr. 18/02006

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 maart 2018, nr. 17/00740, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 16/2497) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd. Na het verstrijken van de voor de aanvullende motivering van het beroep in cassatie gestelde termijn heeft belanghebbende nog een geschrift ingediend. Op dit stuk slaat de Hoge Raad geen acht.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing