Hoge Raad, 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2125, 18/01879
Hoge Raad, 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2125, 18/01879
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 november 2018
- Datum publicatie
- 16 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2125
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:1462
- Zaaknummer
- 18/01879
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
16 november 2018
Nr. 18/01879
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 2 mei 2018, nrs. BK‑17/00776 en 17/00777, op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland en het incidentele hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 17/1464 en 17/1466) betreffende de aan belanghebbende in de jaren 2010 en 2011 opgelegde naheffingsaanslagen in de parkeerbelasting van de gemeente Gouda.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (hierna: het dagelijks bestuur) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het dagelijks bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.