Hoge Raad, 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2128, 18/02362
Hoge Raad, 16-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2128, 18/02362
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 november 2018
- Datum publicatie
- 16 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2128
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:1457
- Zaaknummer
- 18/02362
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
16 november 2018
Nr. 18/02362
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 18 april 2018, nr. BK‑17/00769, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 16/10294) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.