Hoge Raad, 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2176, 17/05600
Hoge Raad, 23-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2176, 17/05600
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 november 2018
- Datum publicatie
- 23 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2176
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:835, Contrair
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:4580, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 17/05600
Inhoudsindicatie
Artikel 14, lid 1, aanhef en letter d, Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen. Onderwijsvermindering. Initiële opleiding aan een hogeschool.
Uitspraak
23 november 2018
Nr. 17/05600
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch van 19 oktober 2017, nrs. 16/00286 en 16/00287, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland‑West-Brabant (nrs. BRE 14/5755 en 14/5756) betreffende de aan belanghebbende over de tijdvakken 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 en 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 opgelegde naheffingsaanslagen in de loonheffingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 25 juli 2018 geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2018:835).
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende heeft in 2008 achtendertig van haar werknemers (hierna: de werknemers) ingeschreven voor de tweejarige deeltijdopleiding mhbo-Bedrijfskader (bachelor) bij Stichting [A] (hierna: [A] ). In de periode van 5 juni 2008 tot 5 juni 2009 hebben de werknemers in het kader van deze inschrijving het opleidingsprogramma 'geautomatiseerde informatievoorziening' gevolgd, dat bestond uit de toetseenheden 'Inleiding Informatietechnologie', 'Toegepaste Informatietechnologie' en 'Praktijkinstructie geautomatiseerde informatievoorziening'. Het onderwijsprogramma maakt onderdeel uit van de propedeusefase van de opleiding en bestond uit 20 lessen met een totale studielast van 15 ECTS (studiebelastingpunten).
In het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (hierna: CROHO) is de door [A] verzorgde vierjarige hbo-opleiding Bedrijfskunde (hierna: de hbo-opleiding) geregistreerd onder [001]. [A] heeft die opleiding gesplitst in een tweejarige funderende duale opleiding mhbo-Bedrijfskader – van welke opleiding de werknemers de in 2.1.1 vermelde vakken in het eerste jaar hebben gevolgd – en een tweejarige kopstudie met meerdere uitstroomvarianten.
Belanghebbende heeft in de aangiften loonheffingen van 2008 en 2009 met betrekking tot de werknemers de afdrachtvermindering onderwijs (hierna: de afdrachtvermindering) toegepast die is voorzien in artikel 14, lid 1, aanhef en letter d, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (tekst tot 2014; hierna: Wva). De Inspecteur heeft het bedrag van de afdrachtvermindering nageheven.
Voor het Hof was in geschil of de door de werknemers gevolgde opleiding een initiële opleiding is als bedoeld in artikel 14, lid 1, aanhef en letter d, Wva.
Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Daartoe heeft het Hof overwogen dat is gebleken dat de werknemers ingeschreven hebben gestaan in een in het CROHO geregistreerde opleiding hbo Bedrijfskunde. Gelet op de overgelegde onderwijsarbeidsovereenkomst, het voor de gevolgde vakken afgegeven certificaat, de Onderwijs- en Examenregeling SDO hbo Bedrijfskunde, de opleidingsovereenkomst, alsmede een door [A] bij brief gegeven toelichting staat naar het oordeel van het Hof vast dat de werknemers daadwerkelijk onderwijseenheden van genoemde opleiding hbo Bedrijfskunde hebben gevolgd, een tentamen hebben afgelegd, het opleidingsprogramma met positief resultaat hebben afgesloten en op het opleidingsprogramma aansluitende arbeid hebben verricht.
Aangezien het opleidingsprogramma is verzorgd door een erkende onderwijsinstelling ( [A] ) en door [A] (erkende) deelcertificaten zijn uitgereikt, is voldaan aan de vereisten voor toepassing van de afdrachtvermindering, aldus het Hof.
Het tegen het in 2.2.2 weergegeven oordeel gerichte middel faalt op de gronden die zijn vermeld in het heden in de zaak met nummer 18/01030 (ECLI:NL:HR:2018:2066) uitgesproken arrest van de Hoge Raad, waarvan een geanonimiseerde kopie aan dit arrest is gehecht.
3 Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.