Hoge Raad, 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2209, 18/01881
Hoge Raad, 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2209, 18/01881
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 november 2018
- Datum publicatie
- 30 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:2209
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:1640
- Zaaknummer
- 18/01881
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
30 november 2018
Nr. 18/01881
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 maart 2018, nrs. 16/03716 tot en met 16/03719, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 15/3928 tot en met 15/3931) betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven informatiebeschikkingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld. Na het verstrijken van de voor de motivering van het beroep in cassatie gestelde termijn heeft belanghebbende nog een geschrift ingediend. Op dit stuk slaat de Hoge Raad geen acht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.