Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22-03-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1640, 16/03716 t/m 16/03719
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22-03-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1640, 16/03716 t/m 16/03719
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 22 maart 2018
- Datum publicatie
- 17 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2018:1640
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2016:4551, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2018:2209
- Zaaknummer
- 16/03716 t/m 16/03719
Inhoudsindicatie
Artikel 52a van de AWR. Informatiebeschikkingen. Inspecteur heeft redelijkerwijs kunnen verzoeken om informatie over een Panamese Foundation en de (buitenlandse) structuur (de [V] Groep) daaronder, waar belanghebbende als advisor bij betrokken is geweest en (dividend)uitkeringen van heeft ontvangen. Geen fishing expedition. Aannemelijk is dat de gevraagde informatie bestaat en dat belanghebbende daarover beschikt dan wel kan beschikken. Gezien de feitelijke betrokkenheid van belanghebbende bij de Foundation en de [V] Groep acht het Hof aannemelijk dat belanghebbende in de positie is om al dan niet op verzoek te beschikken over de gevraagde informatie. Belanghebbende heeft niet voldaan aan zijn inspanningsverplichting.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 16/03716 tot en met 16/03719
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 21 juli 2016, nummers BRE 15/3928 tot en met 15/3931, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de hierna vermelde informatiebeschikkingen.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn informatiebeschikkingen als bedoeld in artikel 52a, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) gegeven in verband met de beoordeling van de aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) over de jaren 2009 tot en met 2012 (hierna: de informatiebeschikkingen). Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken de informatiebeschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45 in de met dit beroep samenhangende zaak met nummer 15/3927. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om binnen twee maanden na de dag van verzending van de uitspraak de door de Inspecteur verzochte informatie te verstrekken.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 124. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
De zitting heeft plaatsgehad op 15 februari 2018 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigde [S] , alsmede, namens de Inspecteur, [T] en [U] .
Partijen hebben te dezer zitting ieder een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. De Inspecteur heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van de bij de pleitnota van belanghebbende behorende bijlagen.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
In 2003 heeft belanghebbende samen met zijn toenmalige zakenpartner, [A] , de [V] activiteiten opgestart (hierna: [V] Groep). De activiteiten betroffen het detacheren van personeel aan banken. De juridische structuur, na een herstructurering in 2006, kan als volgt schematisch worden weergegeven (waarbij ‘ [V] ’ telkens is aangeduid met ‘ [V] ’):
Op advies van het Haags Juristen College (hierna: HJC) en de Freemont Group heeft in 2007 een verdere structuurwijziging plaatsgevonden. [B] B.V. en [C] B.V. hebben op 25 april 2007 een overeenkomst gesloten met [R] Ltd. (hierna: [R] Ltd.) ten aanzien van de verkoop van de aandelen in [D] Ltd. aan [R] Ltd. Daarbij is [R] Ltd. vertegenwoordigd door belanghebbende als haar bestuurder. De verkoopprijs van de aandelen [D] Ltd. bedraagt in totaal € 300.000, [B] B.V. en [C] B.V. hebben beide recht op € 150.000. Betaling daarvan zal binnen een maand na levering van de aandelen plaatsvinden. Voorts is in de overeenkomst opgenomen dat belanghebbende in dienst treedt bij een van de vennootschappen van de [V] Groep binnen Nederland.
Na herstructurering kan de juridische structuur als volgt schematisch worden weergegeven:
[M] is een naar Panamees recht ingestelde Private Foundation en is op [datum 5] 2005 opgericht door [W] Inc., een Panamese vennootschap. De ‘ Foundation Charter ’ (hierna: de Charter ) en de ‘ Regulations ’ (hierna: de Regulations ) van [M] behoren tot de stukken van het geding. ‘ Foundation Council ’ bij oprichting was [AA] Ltd. en ‘resident agent’ was [BB] . Het initiële vermogen bedroeg volgens de akte van oprichting $ 10.000. [M] houdt één aandeel in [N] S.A .
Zowel [N] S.A. als [P] SA zijn in Panama gevestigd. [Q] Ltd. is gevestigd op Cyprus.
[R] Ltd. en [D] Ltd. zijn beide naar Engels recht opgerichte vennootschappen, welke feitelijk in Nederland gevestigd zijn.
Binnen [M] zijn afzonderlijke Nexus ingesteld. Blijkens een annex ‘Orderform for Nexus to [CC] ’ is belanghebbende per 10 april 2007 bij Nexus 704 als ‘advisor’ betrokken en is na zijn overlijden als advisor aangewezen [DD] . Uit een annex bij de Regulations volgt dat Nexus 704 geen begunstigden heeft.
Tot de gedingstukken behoort een verklaring van 15 oktober 2009 van [EE] , bestuurder van [FF] Ltd., welke op haar beurt bestuurder is van [Q] Ltd. In deze verklaring is vermeld dat belanghebbende geen aandeelhouder is van [J] B.V., [D] Ltd. en [R] Ltd.
[R] Ltd. heeft volgens informatie van belanghebbende diverse dividenduitkeringen gedaan aan [Q] Ltd. in de periode tot en met 2 december 2009.
Op 14 december 2009 heeft de Foundation Council van [M] besloten tot een uitkering van € 222.102,30 aan belanghebbende. Op 31 december 2009 heeft belanghebbende een bedrag van € 222.102,30 op zijn bankrekening bij de VP Bank te Luxemburg met nummer [nummer 2] ontvangen via de rekening van [GG] Foundation. De bankrekening is geopend op 30 december 2009 en gesloten op 24 februari 2010. Voornoemd bedrag is niet vermeld in enige aangifte van belanghebbende.
Op 4 mei 2010 heeft de Foundation Council van [M] besloten tot het doen van een uitkering van € 3.673.39 aan belanghebbende. Op 29 juni 2010 ontving belanghebbende op zijn privébankrekening bij de ING met nr. [nummer 3] een bedrag van € 3.673,39 onder vermelding van: TRANSACTIE [nummer 4] EUR 3.673,39 [GG] [HH] ’. Voornoemd bedrag is niet vermeld in enige aangifte van belanghebbende.
Op 4 mei 2010 is Nexus 704 ontbonden. In de ontbindingsbeslissing is vermeld dat Nexus 704 op dat moment geen bezittingen van significante waarde heeft.
Op 30 oktober 2012 heeft de Inspecteur bij belanghebbende een boekenonderzoek aangekondigd naar de ingediende aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. Bij brief van 15 april 2013 is de reikwijdte van het onderzoek uitgebreid naar de ingediende aangiften inkomstenbelasting 2008 tot en met 2012 van (onder meer) belanghebbende. Naar aanleiding van het lopende onderzoek heeft de Inspecteur op 25 oktober 2013 onder andere aan belanghebbende gevraagd of hij betrokken is geweest bij een trust of foundation en of hij toegang heeft tot buitenlandse bankrekeningen.
Op 15 november 2013 heeft belanghebbende hierop onder meer geantwoord dat hij in het verleden betrokken is geweest bij een foundation en dat van [GG] Foundation een schenking is ontvangen. Als bijlage bij de brief zijn onder meer rekeningafschriften van VP Bank te Luxemburg (zie 2.7) en ING (zie 2.8) gevoegd.
Bij brief van 11 december 2013 heeft de Inspecteur op grond van artikel 47 van de AWR 34 vragen gesteld aan belanghebbende over (onder meer) zijn betrokkenheid bij een trust of foundation, [GG] Foundation, VP Bank en het door de Inspecteur gemaakte structuurschema. In het bijzonder zijn (onder meer) de volgende vragen gesteld:
“b. Gegeven van de aanbieder
22. We willen het (de) aankoopbewij(s)(zen) van de nieuwe [V] Groep zien afkomstig van HJC en/of Freemont.
23. Tevens willen we alle correspondentie zien met betrekking tot de aankoop genoemd in onderdeel 1, de structuur.”
Tijdens een bespreking op 23 december 2013 heeft belanghebbende een toelichting gegeven aan de Inspecteur over het ontstaan van de nieuwe [V] Groep. Tevens heeft belanghebbende aan de Inspecteur stukken verstrekt, waaronder de Charter en de Regulations van [M] , een blad met als opschrift ‘department of inland revenue — income tax, computation of temporary tax by legal persons, year of assessment 2010’ met betrekking tot [Q] Ltd., een overzicht van VP bank, twee besluiten van uitkering van de [M] en afschriften van twee bankrekeningen.
Op 3 februari 2014 heeft belanghebbende documenten verstrekt inzake [M] , waaruit blijkt dat hij op 10 april 2007 advisor was van Nexus 704 (zie 2.4) en dat Nexus 704 op 4 mei 2010 is opgehouden te bestaan en dat er geen bekende baten meer aanwezig zijn (zie 2.9). In de bescheiden is vermeld dat de Foundation Council van Nexus 704 binnen [M] in 2009 heeft besloten een gift van € 226.000 aan belanghebbende te doen en vervolgens tot uitkering (daarvan) aan belanghebbende voor een bedrag € 222.130,30 in 2009 en voor een bedrag van € 3.673,39 in 2010.
Bij brief van 20 maart 2014 heeft de Inspecteur informatie bij belanghebbende opgevraagd onder meer over zijn betrokkenheid bij Nexus 704 binnen [M] en [GG] Foundation. In dat kader heeft de Inspecteur, voor zover van belang, de volgende vragen gesteld:
“1. lk verzoek u alle Annexes ter inzage te verstrekken en een kopie van alle oprichtingsbewijzen (Vraag 2, vraag 5 en vraag 21 in de brief 11 december 2013). Deze heb ik tot op heden niet ontvangen. Uit de Regulations blijkt dat er meerdere Annexes moeten zijn:
• The first annex will show the advisor and the advisor after death.
• Subsequent annexes will create for each of the individual Nexus Assets held. These Annexes show the beneficiaries of the individual Nexus assets [V] well [V] the assets held.
2. U geeft aan dat u nimmer heeft gecorrespondeerd met het doelvermogen waarbij u betrokken bent (vraag 6 in de brief van 11 december 2013). U gaf aan dat u telefonisch contact heeft opgenomen met de Council voor het doen van een uitkering (vraag 15 in de brief van 11 december 2013). lk wil u nogmaals verzoeken om alle correspondentie ter inzage te verstrekken en om een afschrift van alle correspondentie rondom de uitbetalingen van de Nexus 704 binnen de [M] .
De met de schenkingen corresponderende "resolutions" zijn overgelegd. Uit het feit dat u in de hoedanigheid van oprichter, adviseur en begunstigde betrokken bent (geweest) bij de Nexus 704 binnen de [M] , leid ik of dat u in de positie bent om een informatie verzoek te doen om gegevens te verkrijgen over de Nexus 704 binnen de [M] . Gelet op het voorgaande en gelet op het belang dat met een dergelijk verzoek tot uitkering gemoeid is, acht ik op dit moment niet aannemelijk dat er geen schriftelijke of digitale stukken bestaan aangaande uw betrokkenheid bij de Nexus 704 binnen de [M] en de uitkeringen hiervan. Graag nodig ik u nogmaals uit om de gevraagde informatie te verstrekken.
Zo u zelf niet beschikt verzoek ik u zich in te spannen om de informatie aan mij te verstrekken en hiervoor derden te benaderen. lk wijs u in dit verband op onderstaande:
- Als adviseur heeft u recht op informatie op grond van Charter (zie o.a. section 14) en de Regulations (zie o.a. punt 'whereas' en artikel 4 en 7 Regulations ).
- Als Begunstigde (welke u ten minste was in 2009 en 2010) heeft u recht op informatie op grond van de Charter (section 11) en de Regulations (zie o.a. artikel 4 en 8 Regulations ).
Graag afschriften van alle inspanningen die u (of Paritax International Taxadvisors danwel anderen namens u) op het punt van het verkrijgen van de verzochte informatie heeft (hebben) verricht.
3. lk wil u nogmaals verzoeken om afschriften van de vergaderingen en verslagen van de Nexus 704 binnen de [M] waarbij u betrokken bent (vraag 10 in de brief van 11 december 2013). U heeft aangegeven hierover geen beschikking te hebben, maar ik wil u wijzen op hetgeen ik hieromtrent vermeldt bij vraag 2 in deze brief, tweede alinea.
4. lk wil u nogmaals verzoeken om de jaarstukken ter inzage te verstrekken van de Nexus 704 binnen de [M] . U heeft aangegeven hierover geen beschikking te hebben, maar ik wil u wijzen op hetgeen ik hieromtrent vermeldt bij vraag 2 in deze brief, tweede alinea.
5. lk wil u nogmaals verzoeken om de openingsbescheiden en kopieën van dagafschriften te verstrekken van de Nexus 704 binnen de [M] (Vraag 12 in de brief van 11 december 2013). U heeft aangegeven hierover geen beschikking te hebben, maar ik wil u wijzen op hetgeen ik hieromtrent vermeldt bij vraag 2 in deze brief, tweede alinea.
6. We verzoeken u alsnog vraag 22 en 23 in de brief van 11 december 2013 te beantwoorden omdat we hierop nog geen reactie hebben ontvangen.
Verder hebben we vastgesteld dat we nog enkele informatie van u nodig hebben:
7. Graag ontvang en wij de ontvangstbewijzen van de twee uitkeringen van de Nexus 704 binnen de [M] . Weliswaar heeft u twee ontvangstbewijzen (€ 222.102,30 van 31-12-2009 VP Bank en 3.673,39 van 29 juni 2010 ING Bank) verstrekt echter deze uitkeringen zien op [GG] Foundation en niet Nexus 704 binnen de [M] . Als het zo is dat de ontvangsten ter grootte van 222.102,30 en € 3.673,39 zien op de uitkeringen van de Nexus 704 binnen de [M] verzoek ik u dit aan te tonen.
8. Graag ontvangen we een overzicht van de dividendstromen binnen de nieuwe [V] Groep vanaf 2007 en een overzicht op welke wijze het vermogen van de vennootschappen binnen de nieuwe [V] Groep is vereffend.
9. Graag ontvangen we een gespecificeerd overzicht van het vermogen van Nexus 704 binnen de [M] vanaf oprichting tot heden.
10. Uit de door u ingezonden informatie lijkt het erop dat de Nexus 704 binnen de [M] niet meer actief is. Is de Nexus 704 binnen de [M] nog actief? Zo nee, dan ontvang ik graag een afschrift van alle bescheiden van de ontbinding en de vereffening van het vermogen.
11. Is [N] SA nog actief? Zo nee, op welke wijze is het vermogen van de SA vereffend? Zo ja, graag bewijs hiervan.
12. Uit de informatie die u momenteel ter inzage hebt verstrekt kan de inspecteur alleen afleiden, dat het vermogen van de Nexus 704 binnen de [M] uit de aandelen [N] SA. Op het moment dat de Nexus fiscaal transparant is op basis van BNB 1986/16, dan wordt het inkomen en het vermogen van de Nexus ieder jaar aan u toegerekend. Aldus is van belang vast te stellen wanneer [N] SA een dividenduitkering heeft gedaan aan Nexus 704 binnen de [M] . Als het tijdstip van de onderliggende dividenduitkeringen wordt bezien zou het best kunnen zijn dan de SA reeds in 2008 een dividenduitkering heeft verricht in de SA. Het is aldus voor de heffing van de inkomstenbelasting relevant wanneer de SA de dividenduitkeringen heeft verricht aan de Nexus 704 binnen de [M] . Graag nodig ik u uit om de navolgende bescheiden ter inzage te verstrekken voor de periode 2007 tot en met 2010:
a) Een afschrift van de bankbescheiden van de Nexus 704 binnen de [M] .
b) Een afschrift van de aandeelhoudersvergadering(en) van [N] SA.
c) Een afschrift van het verzoek tot dividenduitkering(en) door de aandeelhouder (lees: Nexus 704 ), of enig ander persoon, uit het vermogen van [N] SA.
d) Een beschrijving van de vermogensbestanddelen van [N] SA. Zo er een bankrekening aanwezig is bij [N] SA dan verzoek ik u om afschriften van deze bankafschriften, alsmede inzichtelijk te maken wie tekeningsbevoegd is voor deze bankrekening.”
Op 10 april 2014 heeft belanghebbende diverse bescheiden aan de Inspecteur overgelegd, waaronder twee overzichten met overboekingen gedaan door [R] Ltd. Het eerste overzicht met als opschrift ‘Dividend’ vermeldt overboekingen gedaan in de periode 19 december 2007 tot en met 2 december 2009 van, in totaal, € 784.000. Het tweede overzicht met als opschrift ‘Betaling’ vermeldt overboekingen alle gedaan op 7 juni 2007 van, in totaal, € 300.000.
De Inspecteur heeft op 27 mei 2014 de in geschil zijnde informatiebeschikkingen gegeven, omdat belanghebbende niet of niet geheel aan het informatieverzoek onder 2.15 heeft voldaan.
Naar aanleiding van een verzoek om informatie van belanghebbende bij Freemont Group, heeft Freemont Group bij e-mail van 2 februari 2014 het volgende geantwoord:
“Please note that [V] advisor to the foundation nexus 704 of the [M] you do not have a right to obtain any of documents pertaining to the companies you refer to. [V] regards to your question related to the foundation, I have forwarded the request for information to the current founcil council in Panama.”
Bij e-mail van 2 februari 2014 heeft [KK] van [M] belanghebbende medegedeeld dat [M] hem als advisor van de inmiddels ontbonden Nexus 704 een aantal documenten verstrekt.
Op verzoek van belanghebbende heeft Freemont Group bij e-mail van 14 april 2014 antwoord gegeven op door belanghebbende gestelde vragen. In een brief van 23 december 2014 en nogmaals in een e-mail van 13 april 2015 geeft Freemont Group te kennen dat belanghebbende alle documenten heeft gekregen waar hij recht op heeft en dat hij geen recht heeft op de overige gevraagde documenten.
Op 31 maart 2015 heeft de gemachtigde een e-mailbericht aan de Inspecteur gestuurd met daarbij afschriften van het opvragen van gegevens door belanghebbende bij Freemont Group en [M] . Verder is gesteld dat gemachtigde en belanghebbende nog bezig zijn om via een andere weg contact te krijgen met Freemont Group en [M] .
Bij de uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de in geschil zijnde informatiebeschikkingen gehandhaafd, omdat de in 2.15 vermelde vragen genummerd 1 tot en met 6 en 8 tot en met 12 niet dan wel onvoldoende zijn beantwoord door belanghebbende. Vraag 7 is in de bezwaarfase alsnog wel voldoende beantwoord volgens de Inspecteur, evenals – hiervoor niet vermelde – (andere) vragen over resultaat uit een werkzaamheid en Box 3.
Op 8 februari 2018 heeft de Belastingdienst medegedeeld aan [R] Ltd. dat een aan haar opgelegde informatiebeschikking in verband met een naheffingsaanslag dividendbelasting 2008 zal worden vernietigd. De Belastingdienst heeft informatie uit het buitenland ontvangen op basis waarvan uitspraak op bezwaar kan worden gedaan en de informatiebeschikking haar belang heeft verloren. In deze brief is vermeld dat naar mening van de Inspecteur [R] Ltd. niet alle vragen (voldoende) heeft beantwoord en de vernietiging van de informatiebeschikking niet komt omdat aan de informatieplicht is voldaan.
Ter zitting bij het Hof heeft belanghebbende nadere stukken overgelegd, waaronder de overeenkomst ten aanzien van de verkoop van de aandelen [D] Ltd. (zie 2.2), de verklaring van [EE] (zie 2.5) en de brief over de informatiebeschikking van [R] Ltd. (zie 2.23).
Voorts heeft belanghebbende ter zitting een overzicht overgelegd met als opschrift ‘dividend en aflossing lening’. Hierin is vermeld dat in totaal € 784.000 is overgemaakt door [R] Ltd. aan [Q] Ltd., welk bedrag als volgt is gesplitst:
- een bedrag van € 140.000 als aflossing van een lening op 19 december 2007;
- een bedrag van € 160.000 als aflossingen van een lening in de periode 15 april 2008 tot en met 12 september 2008;
- een bedrag van € 254.000 als dividenduitkeringen in de periode 12 september 2008 tot en met 6 november 2008; en
- een bedrag van € 230.000 als dividenduitkeringen in de periode 18 februari 2009 tot en met 2 december 2009.
Daarnaast heeft belanghebbende delen van de jaarrekening 2008 en de aangiften vennootschapsbelasting 2007 en 2008 van [R] Ltd. overgelegd. Hierin is onder meer het volgende vermeld:
- de post kortlopende schulden van € 160.000 per 31 december 2007 betreft een lening van [R] Ltd. aan [Q] Ltd.;
- deze lening ad € 300.000 is verstrekt ter financiering van de aankoop aandelen van [D] Ltd. Aflossing vindt plaats over een periode van 2 jaar;
- de post kortlopende schulden bedraagt per 31 december 2008 nihil;
- [Q] Ltd. is de enig aandeelhouder van [R] Ltd. Bij de adresgegevens van [Q] Ltd. is vermeld ‘p/a Postbus 2149 Eindhoven’, zijnde het postadres van [R] Ltd.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de informatiebeschikkingen terecht zijn gegeven.
Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken op bezwaar en de informatiebeschikkingen. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.