Home

Hoge Raad, 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2213, 18/02813

Hoge Raad, 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2213, 18/02813

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
30 november 2018
Datum publicatie
30 november 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:2213
Formele relaties
Zaaknummer
18/02813

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

30 november 2018

Nr. 18/02813

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 mei 2018, nr. 17/00130, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/2984) betreffende een aan belanghebbende over het jaar 2013 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. Nu deze conclusie bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing