Home

Hoge Raad, 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2399, 18/01216

Hoge Raad, 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2399, 18/01216

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 december 2018
Datum publicatie
21 december 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:2399
Formele relaties
Zaaknummer
18/01216

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

21 december 2018

Nr. 18/01216

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 9 februari 2018, nr. HAA 15/4677, betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 18 oktober 2018 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie (ECLI:NL:PHR:2018:1174).

Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing