Home

Hoge Raad, 02-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:296, 17/03837

Hoge Raad, 02-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:296, 17/03837

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 maart 2018
Datum publicatie
2 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:296
Formele relaties
Zaaknummer
17/03837

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

2 maart 2018

Nr. 17/03837

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 14 september 2017, nr. 16/03771, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (nr. SHE 15/2288) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing