Home

Hoge Raad, 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:477, 16/05990

Hoge Raad, 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:477, 16/05990

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
30 maart 2018
Datum publicatie
30 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:477
Formele relaties
Zaaknummer
16/05990

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

30 maart 2018

Nr. 16/05990

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 15 november 2016, nr. 15/00776, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 14/4442) betreffende een bij beschikking ten aanzien van belanghebbende gegeven bindende tariefinlichting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing