Hoge Raad, 06-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:519, 17/04709
Hoge Raad, 06-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:519, 17/04709
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 6 april 2018
- Datum publicatie
- 6 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:519
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:3772
- Zaaknummer
- 17/04709
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
6 april 2018
Nr. 17/04709
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2017, nr. 16/00563, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord‑Holland (nr. HAA 16/1649) betreffende de aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 opgelegde naheffingsaanslag in de loonheffingen, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.