Hoge Raad, 19-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:52, 17/03233
Hoge Raad, 19-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:52, 17/03233
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 januari 2018
- Datum publicatie
- 19 januari 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:52
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2017:2585
- Zaaknummer
- 17/03233
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
19 januari 2018
Nr. 17/03233
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 juni 2017, nrs. 16/03605 en 16/03606, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 15/81 en BRE 15/82) betreffende de aan belanghebbende over de periode 1 augustus 2014 tot en met 14 september 2014 in rekening gebrachte motorrijtuigenbelasting alsmede een over het tijdvak 31 augustus 2014 tot en met 29 november 2014 opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2018.