Home

Hoge Raad, 06-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:527, 18/00348

Hoge Raad, 06-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:527, 18/00348

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
6 april 2018
Datum publicatie
6 april 2018
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:527
Formele relaties
Zaaknummer
18/00348

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

6 april 2018

Nr. 18/00348

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 29 november 2017, nrs. 16/03868 tot en met 16/03873, betreffende aan belanghebbende over de jaren 2009, 2010 en 2011 opgelegde navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, alsmede over die jaren opgelegde navorderingsaanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de daarbij gegeven boetebeschikkingen.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Blijkens een door de griffier van het Hof op de mondelinge uitspraak van het Hof gestelde aantekening is een afschrift van die uitspraak aangetekend aan partijen verzonden op 4 december 2017.

Blijkens een door de griffier van de Hoge Raad op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening is dit beroepschrift op 23 januari 2018 ter griffie van de Hoge Raad binnengekomen.

Het beroepschrift in cassatie is derhalve niet ontvangen binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in het onderhavige geval eindigde op 15 januari 2018. Het is evenmin tijdig ingediend in de zin van artikel 6:9, lid 2, Awb.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 1 februari 2018, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de gemachtigde van belanghebbende opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Gelet op het hiervoor overwogene moet het beroep in cassatie niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2018.