Hoge Raad, 25-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:770, 17/03216
Hoge Raad, 25-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:770, 17/03216
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25 mei 2018
- Datum publicatie
- 25 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:770
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:4367
- Zaaknummer
- 17/03216
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
25 mei 2018
nr. 17/03216
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 mei 2017, nrs. 16/00688 en 16/00689, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 15/6763 en AWB 15/6765) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2012 en 2013 opgelegde aanslagen in de vennootschapsbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikkingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.